Aardingsoplossingen voor windturbines
De fundering van een windturbine heeft als overgangspunt tussen toren en bodem meerdere taken: het zorgt ervoor dat de windturbine niet omvalt of wegzinkt en het leidt alle lasten, die uit de rotor en de eigen beweging van de installatie ontstaan, af in de bodem. De meeste funderingen voor windturbines op het land, dus onshore, zijn zogenaamde ondiepe funderingen. Deze bestaan uit meestal ronde platen van beton en staal, die in de bodem worden ingebracht en de krachten gelijkmatig naar de ondergrond afleiden. Diepfunderingen of paalfunderingen worden bij ondergronden met slechte draagkracht gebruikt. Om voor voldoende standvastigheid te zorgen, worde de funderingsplaat daarbij van palen voorzien. De lasten worden zo naar draagkrachtige grondlagen afgeleid. De bouwvorm van de fundering wordt door de grootte van de windturbine en door de bodemgesteldheid bepaald. Deze kan bijvoorbeeld achthoekig, cirkelvormig of kruisvormig zijn.
Ook OBO is met het omvanrijke assortiment voor windturbines actief bij de fundering: OBO-aardingssystemen leiden bliksemstromen in de grond af en zijn tegelijkertijd de verbinding met beveiligingsapparaten, zoals bijvoorbeeld overspanningsbeveiligingen.

Intelligente aardingsoplossingen voor de fundering van windturbines
- Ringaarding, die rondom de voet van de toren kan worden geïnstalleerd, om stap- en aanrakingsspanningen te voorkomen.
- Platte en ronde geleiders
- Verschillende klemmen en snelverbinders
- Oplossingen voor een betrouwbare verbinding van de aardingsinstallatie met de potentiaalvereffening intern in de installatie. Deze kan bij betonnen torens via vooraf geïnstalleerde vaste aardingspunten worden gerealiseerd. Stalen toren daarentegen worden direct via platte en ronde geleiders aangesloten. Hierbij moet erop worden gelet, dat zowel een loskoppeling als ook een latere meting van de aardweerstand mogelijk blijft.


